verdelen

verdelen
{{verdelen}}{{/term}}
I 〈overgankelijk werkwoord〉
[algemeen]diviser 〈ook figuurlijk〉
[uitdelen; evenwichtig spreiden] répartir
voorbeelden:
1   verdeeld worden in se diviser en
     verdeel en heers diviser pour régner
2   de buit verdelen partager le butin
     de rollen verdelen distribuer les rôles
     de taken verdelen répartir les tâches
     een erfenis onder de erfgenamen verdelen partager un héritage entre les héritiers
     we zullen het werk onder elkaar verdelen nous allons nous partager le travail
     het werk over de medewerkers verdelen répartir le travail entre les employés
II 〈wederkerend werkwoord; zich verdelen〉
[splitsen] se diviser
voorbeelden:
1   zij verdeelden zich in drie groepen ils se sont divisés en trois groupes

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Поможем решить контрольную работу

Regardez d'autres dictionnaires:

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”